zaterdag 29 maart 2014

Loodsen

Op het Loodwezenplein in Nieuwpoort staat een inhuldigingsplaat. Ze steekt pakweg 60 cm uit boven de tegels. Op de plaat wordt uitgelegd dat we dankbaar moeten zijn tegenover de Europese instellingen omdat die een groot deel van de heraanleg van het plein betaald hebben. De rest kon ik niet lezen.

Nu mag ik niet denken dat het weer eens die ontwerpers van het Vlaams Gewest zijn die hier onachtzaam te werk zijn gegaan; dat ze de kwetsbaarheid van deze opstelling weer eens onderschat hebben. Ik mag niet denken dat de plaat riskeerde te breken bij de eerste de beste confrontatie met een billenkar. Ook niet dat deze betonblokken improvisatie zijn om breuk te voorkomen of erger, om te vermijden dat u en ik ons lelijk zouden kunnen bezeren aan die plaat door enige onoplettendheid. Ik mag niet denken dat dit al gebeurd is.

Neen, ik moest het een beetje verder zoeken.

Nieuwpoort is al lang opgegeven als handels- en vissershaven; de marinebasis een verre herinnering. Nieuwpoort ziet haar toekomst enkel nog als jachthaven. Daar heb je geen loodsen voor nodig. De leden van het loodswezen voelden zich al maar meer verweesd. Daarom hebben de ze een paar verdwaalde betonbermen rond die bedankingsplaat gesleurd. Ieder bedankt Europa op zijn manier.

Als dit verhaal volgens jou niet voor 100% waar is, zet dan bij de reacties wat het verzinsel is.

zaterdag 22 maart 2014

Marat

Jean-Paul Marat had last van een huidziekte en verbleef daarom uren in bad, terwijl hij zijn kritische stukken schreef tegen de vijanden van de Franse Revolutie: tegen hen die de uitbuiting van de zwakken wilden voortzetten en elke hervorming tegenwerkten. Als fysicus, arts, sociaal filosoof en politicus, wist hij waarover hij sprak en schreef. Samen met Robespierre en Dantan miserie genoeg gezien.
Charlotte Corday was de revolutie ook gunstig gezind maar het vele bloedvergieten van de radicale jacobijnen was er haar te veel aan. Ze wist op zaterdag 13 juli 1793 om zeven uur ’s avonds in de woning van Marat binnen te dringen. Ze vertelde over haar medestanders die naar Caen gevlucht waren. Marat maakte een lijst van die namen en zwoer ze te zullen doden. Het draaide uit op een bekvechterij en van woede stak ze hem dood neer met een mes. Toen Jacques-Louis David, vriend van Marat, snel ter plaatse was wist deze het tafereel in al zijn dramatiek op een romantische wijze gestalte te geven in een schilderij dat hij amper een maand later voltooide. Het avondlicht, de veer in zijn hand, de weerloosheid, de onschuld.

Het schilderij werd een icoon voor alle slachtoffers die zich tegen heersende regimes verzetten. Charlotte Corday voerde op haar proces aan dat ze Marat wel moest vermoorden om honderdduizend andere dodelijke slachtoffers te vermijden, verwijzend naar de septembermoorden in 1792. Van 2 tot 6 september trok een hysterische menigte van de ene naar de andere gevangenis om de tegenstanders van de Franse Revolutie uit de weg te ruimen, waaronder 30 aristocraten, 250 priesters en drie bisschoppen. Gewone gedetineerden, misdadigers, bedelaars waaronder ook een groot aantal vrouwen, kinderen en geestelijk gestoorden die toen blijkbaar in een gevangenis thuis hoorden werden in één beweging mee vermoord. Enkel de prostituees zouden vrijgelaten worden. In het buitenland was het cijfer reeds aangedikt tot 12.000 doden; een goede duizend is realistischer. Charlotte Corday werd vier dagen na haar arrestatie naar de guillotine gevoerd en haar kop moest er af. Op het proces was gebleken dat ze reeds veertien dagen de woning van Marat observeerde en het geschikte ogenblik afwachtte. Moord met voorbedachten rade maar niet in opdracht van de gerondiens. Ze handelde uit eigen beweging, wachtend met haar geboorteakte in de hand op haar arrestanten, opdat niemand zou twijfelen aan haar identiteit.


Een beetje eerherstel kreeg Corday in 1860 toen Paul-Jacques-Aimé Baudry dezelfde scene schilderde maar met Corday rechtstaande naast het bad met de kaart van Frankrijk allegorisch op de achtergrond; bijna het zusje van Jeanne d’Arc, te zien in het Musée des Beaux Arts in Nantes.

Ook Arturo Michelena schilderde haar in 1889 als slachtoffer van een noodzakelijke misdaad. De scene beeldt haar nu af net voor ze uit haar cel als een fiere gerondine naar het schavot stapt, nadat ze een ontroerende afscheidsbrief naar haar vader schreef. Dit impressionistische schilderij maakt deel uit van de Coleccion de la Galeria de Arte Nacional, Caracas – Venzuela. Het lijkt er zelfs op dat ze nog een schilderij heeft gemaakt. Een sansculotte heeft een overbodige bijl in zijn hand, misschien uit voorzorg, voor het geval dat haar hoofd er niet in één keer af was.



Het heldenstatuut van Marat werd letterlijk reeds van zijn sokkel gehaald door zijn schilderij en borstbeeld in 1795 uit de conventie te verwijderen, amper drie jaar na de moord.

Dank zij de sobere penceeltrekken van Jacques-Louis David is het Marat en niet Corday die het tot één van de helden van de Franse Revolutie gebombardeerd wordt. Het opruiend karakter van zijn geschriften wordt vaak genegeerd. Licht ontvlambare revolutionairen hebben vaak niet veel nodig.
Zo schreef hij in juli 1790 :  Vijf- of zeshonderd afgesneden koppen zouden je rust, vrijheid en geluk verzekerd hebben. Een valse medemenselijkheid heeft je armen tegengehouden en je slagen uitgesteld; daardoor zullen miljoenen van je broeders hun leven verliezen.

Richard Jackson maakte een updating van dit icoon en bloediger dan wijze waarop hij de moordscene rood inkleurt kan ik mij niet inbeelden. (The Laundry Room – nog te zien in SMAK Gent tot eind mei 2014.) Het enige lichtpunt in het tafereel is een laptop waar op het scherm een pagina van de wikipedia met daarop de beeltenis van… Corday.

Davids schilderij van Marat is één van de topwerken van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België in Brussel. Het belande daar omdat David naar Brussel moest uitwijken. Parijs omarmde hem niet meer zo sterk.


Als dit verhaal volgens jou niet voor 100% waar is, zet dan bij de reacties wat het verzinsel is.